Wat wil je toch van me?
Stel nooit teveel uit als je iets wilt doen. Het leven kan
er namelijk vrij snel totaal anders uit zien. Ziekte en dood kunnen zomaar je
leven inlopen, waardoor je de plannen die je had om 'ooit te gaan doen' niet
meer uit kan voeren. Dromen mag, maar dromen uitvoeren is in mijn optiek beter.
Een restaurant beginnen was nooit een langgekoesterde droom van me, van ons. Een
restaurant beginnen kwam op ons pad. Dromen over een trektocht door Spanje om
daar volgens het wereldwijde platform ‘Workaway’ voor kost en inwoning te
werken op olijfboomgaarden, dierentehuizen of ecologische boerderijen namen in hele
lichte mate al concretere vormen aan. Van uitstellen ben ik niet zo’n fan.
Wanneer is dan 'later'?
Toen Rob mij dus vroeg om samen met hem in de oude afhaalchinees, die vrij kwam,
een restaurant te beginnen moest ik echt een tijd nadenken. Nieuwe uitdagingen
aangaan en ergens gewoon instappen hoort wel bij mij, maar uitstellen eigenlijk
niet.
Het restaurant bestaat inmiddels ruim een halfjaar en zoals
jullie weten is het zoeken naar de balans tussen mijn eigen vrije tijd en de
tijd voor het restaurant de grootste uitdaging. Maar wat een vreugde voel ik
telkens weer wanneer het zoveelste mooie gesprek plaatsvindt bij ons. Wat is het
fijn om te merken dat we voor veel mensen een soort ankerpunt geworden zijn.
Even een kopje koffie of een soepje, en met ons delen wat diegene nu weer heeft
meegemaakt, gewoon zitten in de lekkere stoel en het boekje lezen dat daar op
tafel ligt, tot diepgaande filosofische gesprekken waar ik met een verrijkte
blik de dag inga of waar ik een verrijkende blik kan meegeven.
Het is 24 juli en sinds lange tijd zijn we weer eens in ons
boshuisje in Lanaken. Ik laat het laatste halfjaar langs mijn gedachten
glijden. Ik sta stil bij de vele ontmoetingen, de vele gesprekken, en ook sta
ik stil bij mijn hunkering naar meer tijd voor mij en Joska. Ik lees mijn
laatste blog en voel de wanhoop. De wanhoop dat ik te weinig tijd heb en de wanhoop
dat die diepe pijn nooit meer overgaat. Dat dat ‘altijd’ en ‘nooit meer’ zo
hartverscheurend waar is. Waarom zou ik dan nu toch veel tijd moeten hebben
voor haar en mij? Dit gevoel zal immers altijd in mijn leven zijn en
blijven. Wat is dan ineens ‘de rest van mijn leven’ immens lang.
Na het online zetten van die blog kwamen er weer veel diepe emoties los bij
lezers, wat dan weer impact op mij heeft en in die eerste dagen twijfel ik weer
of ik überhaupt door moet gaan met het plaatsen omdat het mij steeds weer zo
raakt. Is het niet veel handiger om gewoon lekker restaurantje te spelen en het
nergens meer over te hebben. Dan verdwijnt mijn pijn misschien wel meer naar de
achtergrond.
Nou ja. Naïef.
Maar hoe moet ik het dan wel doen? Juist door het restaurant en de gesprekken
die ik heb, waaronder die over Joska, openbaren zich nieuwe dimensies. Ik
onderzoek deze dimensies. Zingeving. Zingeving voor de dood van mijn dochter.
‘Misschien kan zij nu wel meer betekenen voor de wereld dan toen ze hier nog op
aarde was’, zei een vriendin een paar jaar geleden tegen me. Die zin resoneert
in me tijdens deze zoektocht. Misschien kunnen de dingen die zij wilde zeggen
nu via mij de wereld in.
Een paar maanden geleden ontmoette ik Koon in ons restaurant. Hij komt
oorspronkelijk uit China en woont in Carnisse. Elke zaterdag komt hij na zijn
praktijkuitvoering in Schiedam eten in ons restaurant. Na een paar weken vroeg
ik aan hem wat voor soort praktijk hij had en waar dat in Schiedam zat. De plek
is mij zeer bekend, ik fiets daar heel geregeld langs op weg naar het centrum, zijn
praktijk is er een van de Traditioneel Chinese Geneeskunde. Ik ben gelijk een
en al oor. De Chinese geneeskunde intrigeert me altijd al. De oosterse aanpak
van klachten staat dichter bij me dan de westerse. Dat het geestelijke en het
lichamelijke aan elkaar verbonden zijn en geestelijke moeilijkheden
lichamelijke klachten veroorzaken staat voor mij als een paal boven water.
Acupunctuur heb ik één keer eerder gedaan, toen samen met Joska en na het
gesprek met Koon zorgt mijn nieuwsgierigheid voor een bezoek aan zijn praktijk.
Al jaren heb ik last van mijn onderrug en nu ga ik dit eens proberen. Koon adviseert
5 sessies. Zijn benadering van acupunctuur verschilt met die, die ik eerder
kreeg. Hij vertelt er weinig over vooraf. Hij zegt sowieso niet veel over wat hij
precies doet, maar in de loop van de weken wordt het steeds duidelijker dat
zijn interpretatie behoorlijk spiritueel is. Er wordt afgestemd op de
frequenties van het universum om de (geestelijke) trauma’s die zich hebben
opgeslagen in het lichaam te verwijderen. Hij vertelt over de verschillende
dimensies waar een persoon in terecht kan komen: de dimensie hier op aarde en
de oneindig vele dimensies die zich ‘tussen hemel en aarde’ bevinden. Ik blijf als altijd een beetje sceptisch,
maar glimlach om Koon zijn overtuigende vanzelfsprekendheid en ik moet erkennen
dat de keren op de bank er wel degelijk iets gebeurt met me. Ik voel vibraties,
ik voel tintelingen, mijn hersenen stoppen met denken, kanalen worden geopend,
soms word ik misselijk, soms heel blij en vervuld en in de loop van de weken
raak ik steeds meer geaard. Zijn opmerking dat ik 'nog steeds niet helemaal mijzelf durf te zijn' blijft hangen.
Ik ben Koon niet zomaar tegen gekomen. Hij is onderdeel van de zoektocht waarin
ik me al bevind. De zoektocht wat er is tussen hemel en aarde en de rol van mij en van
Joska hierin. Mijn gevecht met mijn diepgewortelde onzekerheden lijken op de
achtergrond te verdwijnen en dienen zich minder aan. Nog steeds kunnen
gedachten tevoorschijn komen ‘Waarom doe ik dit nou? Niemand zit hier toch op
te wachten?’, maar de zoektocht op welke manier ik mensen kan helpen neemt
vaker de overhand en lijkt meer in de grond te verankeren. Na vijf sessies
adviseert hij een paar weken ‘rust’ om alles in te laten dalen en zijn weg te
vinden in mijn systeem. Hijzelf gaat een paar weken terug naar zijn familie in China.
Ondertussen schrijft onze buurvrouw, journaliste voor de Volkskrant, een column
over mijn boek. Met haar heb ik gesprekken over wat er in de column terecht moet
komen. Het boek raakt vele onderwerpen en invalshoeken aan, dus wat licht je er
uit in een column? Er is momenteel veel aandacht voor zelfdoding onder jongeren,
maar mede door mijn bezoekjes aan de Facebook-groep voor Nabestaanden van
Zelfdoding kom ik er meer en meer achter dat Joska behoorlijk uniek is in haar
suïcide. Ze had haar dood zo zorgvuldig voorbereid, ze heeft haar nabestaanden
zoveel mee gegeven. Je ziet dat echt niet veel. Wat moet ik daar nou eigenlijk
mee, naast dankbaar en trots zijn dat zij dat voor ons deed? Hoe kan ik daar
helpend voor anderen in zijn? Ik bijt me meer en meer vast in de grote vraag wat
ik er nou eigenlijk mee moet. Bah.
Ik zit in Lanaken en merk op dat ik niet zo moe ben als
andere keren dat we hier waren. Er zijn veel momenten geweest dat het boshuisje
een vlucht uit de werkelijkheid was. De bank nodigde me vaak uit een aantal
extra dutjes te doen over de dag heen. Dit keer heb ik die behoefte niet en dat
valt me op. Ik voel energie, daar waar ik voorheen vaak alleen maar moe was. Ik
denk terug aan de tijden met Joska, waarin mijn hersenen overuren maakten om te
zoeken naar de manieren waarop ik haar kon helpen, nadacht over de dingen die
ze zei over haar leven en het leven. Het leven hier op aarde, waar zoveel
misstanden zijn en die we met zijn allen om zeep aan het helpen zijn. Nadacht
over haar automutilatie, die zo ver verwijderd was van (mijn) realiteitszin en
hoeveel pijn, verdriet en machteloosheid ik daarbij voelde. Het is zwaar dat
Joska niet meer op aarde is, maar het was ook zwaar om je kind zo te zien
lijden. Soms vergeet ik dat wel eens. Misschien dat ik daarom nu niet zo
moe meer ben. Het gegeven dat er een bepaalde zorg is weg gevallen en ik op een
opbouwende manier mijn dochter in mijn uitvoerende leven probeer te integreren.
Ach ja, het zijn van die hersenspinsels, hè? Het kan morgen echt wel weer
anders voelen.
Ik pak mijn doorloper maar en breng mijn aandacht naar de lege vakjes en zoek
naar de eerste woorden om de vakjes te vullen. ‘Niet raken’ staat er bij horizontaal
3. ‘Missen’ vul ik in.
Ik glimlach even. Ik mis Joska, maar dat is juist omdat ze me wél raakt.
Lieve Joska,
Nu ik weer thuis ben van Lanaken en deze blog verder schrijf vliegt er een wit
vlindertje door mijn tuin. Ik zie ze nooit. Ben je daar? Vaak kan ik volledig
opgaan in de magie hiervan, soms wint de nuchterheid. Vandaag voel ik weerstand.
Wat heb ik er nou aan? Ik zit met vragen. Wat wil je allemaal dat ik zeg? Hoe kan
ik het vorm geven dan? Móet ik het wel doen? Er zijn zoveel ergere verhalen en
jij hebt het zo anders gedaan. Daarmee help ik die ander toch niet?! Juist niet
lijkt me. Wat wil je nou eigenlijk van me? Wees duidelijker dan.
Het vlindertje maakte me eerst even cynisch, maar ik besefte dat ik dat zelf in
de hand heb en besloot mijn hart te openen en liefde toe te laten. Het doet
er ook niet toe hoe echt het allemaal is. Het vlindertje brengt jou ineens sowieso dichter bij
me en geeft me weer het beetje extra kracht door te gaan op de weg die ik aan
het bewandelen ben. Daardoor helpt het vlindertje me. Morgen geloof ik vast
weer dat jíj het bent die me daarbij helpt. Ik zal binnenkort weer eens een
afspraak met Koon maken…
Dag liefie, dank voor het luisteren.
Inmiddels is het alweer half september en is er veel
gebeurd. Koon heb ik niet gezien, maar mijn vriendinnen hielpen me met mijn
wanhopige gedachten wat ik nou eigenlijk moet doen. Als er een column in een
bekende krant komt kan er weer veel gaan gebeuren. Welke kant gaat het dan weer
op en kan ik dat aan? Maar meer beet ik me vast in de zingeving en in mijn rol
daarin. Er wordt voorgesteld om lezingen te geven of een podcast te maken en ik
ben alleen maar bezig met wat ik daarin zou willen uitdragen. Het werkt benauwend. Tot ik mezelf tegen
mijn vriendinnen hoor zeggen dat ik feitelijk nooit bezig ben geweest met doelen in
mijn leven, ik wilde gewoon ‘leuk leven’ en ik besef dat het daar knelt. Laat
ik nu niet ineens wel bezig gaan met zingeving en doelen, maar teruggaan naar alleen maar ‘zijn’. Inclusief het delen. Het delen van wat er
door me heen gaat. Dat is voldoende genoeg is wel gebleken. Dan kan een ieder
voor zich bepalen wat er te zeggen valt in plaats van dat ik daar zelf zo mee
bezig ben. En ik heb de tijd. Joska is namelijk voor altijd weg en dit proces
gaat tot mijn dood door, dus ik mag te allen tijde op de rem gaan staan wanneer
het me teveel wordt. Helaas is suïcide van alle tijden en mijn verhaal dus
tijdloos, dus ik mag weer terug naar het tempo van mijn eigen proces. Ook nu
zullen de antwoorden vast weer vanzelf op mijn pad komen.
Ik ga op mijn eigen bank thuis zitten en kijk naar buiten. Geen vlinder, maar de
poesjes die lekker in het zonnetje liggen. Ik zet mijn kanalen open en inhaleer
de liefde. Liefde voor mijn meisje, liefde voor het leven, liefde voor alle waardevolle mensen om me heen. Voel alleen maar. De tranen van liefde komen
los en zachtjes biggelt er een langs mijn wang. Dag liefje. Daar ben je heus.
In mijn rust.