Mijn boek komt uit
Het is vrijdagmiddag, 11 november 2022. De drukker mailt het
PDF-bestand voor een laatste check naar ons toe. We zitten in ons boshuisje in
Lanaken en wéér moet ik huilen. Ik kan het werkelijk niet geloven: mijn boek
komt uit. Hij komt echt uit.
Het zijn erg emotionele weken. Joska is steeds heel dicht bij me. Zo dicht bij
me dat ik telkens het gevoel heb dat ik haar aan kan raken. En dat doet pijn.
Want dat kan niet. Niet echt althans.
Op donderdag leest Rob de tekst voor die op de achterkant van het boek komt te
staan. Ik luister aandachtig en mijn maag draait zich om. Wat heb ik ineens met die vrouw te doen, zeg. Dat de tekst over mij
gaat snap ik bijna niet. Het zwart op wit zetten van de woorden maakt de
dimensie keihard waar. Ik weet niet hoe dat werkt, maar emotioneel is het.
Emotioneel op heel veel verschillende niveaus.
Het boek is al heel lang af. Het nawoord schreef ik op Joska haar verjaardag op
30 mei 2020. Het was een boek voor mezelf geschreven. Schrijven blijkt een
uitlaatklep voor me. Ik schreef een blog en ik schreef een boek. Het hielp me
om alles op een rijtje te krijgen. Het was mijn verhaal, mijn proces en dat was
met het schrijven van het nawoord afgerond. Ik kon weer verder met het leven.
In de jaren erna vroegen mensen om me heen af en toe hoe het met mijn boek ging
en ik kon zeggen dat het af was. Of ik er ooit mee naar buiten zou treden kon
ik niet zeggen, want ‘Wie zit er nou te wachten op mijn verhaal?’
Afgelopen jaar werkte ik vier dagen in de week bij Huiskamercafé Fluitekruid in
Dordrecht en op het terras kwam ik in aanraking met heel veel mensen. Met een
aantal mensen die ‘mijn vaste gasten’ werden werd het contact intiemer en wanneer
ik de ruimte voelde vertelde ik over Joska, mijn proces en soms mijn boek.
Aan Anneke, waarmee het contact ook fijn warm verliep, vertelde ik daarover
niets. Niet per se met een reden, maar het kwam gewoon niet zo naar voren. Later
zei ze me, dat ze op de een of andere manier het onderwerp kinderen niet aan
durfde te stippen bij me. Waarom snapte ze zelf niet goed.
Toen ik rond de sterfdag van Joska een aantal dagen een profielfoto op WhatsApp
van mijn meisje had vroeg zij mij, ‘met rillingen over haar rug’ wie dat meisje
was en wat onze connectie was. Ik vertelde haar toen wie dat meisje was en wat
onze connectie was.
Bescheiden als deze vrouw is, maar heel intuïtief gebleken, schrok ze van haar
eigen vraag: ‘Mag ik je boek eens lezen?’ Ik vertelde haar over mijn terugkerende
twijfel of ik het uit zou gaan geven en gaf haar mijn boek. Ik was over de
drempel gestapt.
En zonder dat ik dat van tevoren wist bleek ze al 28 jaar muziektherapeute te
zijn.
Niet alleen was ik over de drempel gestapt, er was een kantelpunt ontstaan:
kunnen mensen, die me níet kennen, iets hebben aan mijn verhaal? Kunnen mensen,
die in de zorg werken, iets hebben aan mijn verhaal?
Via een moeder van een van de kinderen uit de klas van Joska, ooit op de
basisschool, kwam ik bij Fluitekruid in contact met nóg iemand uit de zorg. Zij
werkt in de acute zorg en vaak met kinderen als Joska. Ik vroeg haar en die
moeder om mijn boek kritisch te lezen. Net als Anneke zijn dit mensen die mij
niet echt kennen en die meer onafhankelijk kunnen beoordelen of mijn woorden wat
zouden kunnen betekenen.
Op 22 september had ik een afspraak met Anneke.
Op 28 september had ik een afspraak met de andere 2 dames.
De zin ‘Ik doe nú al dingen anders door het lezen van jouw boek’ heb ik een dag
laten indalen. Het ontstane kippenvel door deze zin werd verdreven door moed: ik
ga het boek uitgeven. Al is er maar één persoon die ik ermee helpen kan.
Op 29 september besliste ik dat de ‘Internationale dag voor nabestaanden na
zelfdoding’ een geschikte dag was om mijn boek te presenteren. Dat is de
zaterdag voorafgaande aan Thanksgiving en valt dit jaar op 19 november.
En toen werd het hard werken, want in de nog volgende zes
weken moest er nog veel gebeuren. Wat allemaal vertel ik nog wel eens, maar het
is een feit: mijn boek komt uit. Het komt uit op 19 november 2022.
Een uitdraai van de omslag uit de thuisprinter is om een willekeurig boekje
gewikkeld en staat op de rand van de bank in Lanaken. Vanaf het begin wist ik
welke foto ik van mij en Joska op de voorkant wilde en dat is gelukt. De titel
staat erboven, mijn naam staat erbij.
Ik ben blij dat ik vast kan wennen aan het aangezicht, want de emoties rollen
de afgelopen weken door alle lagen heen en ik wil zaterdag niet alleen maar janken. Het is tenslotte toch ook een feestelijk moment.
We steken de open haard aan en schenken een WestMalle Dubbel in.
Rusten kan ik nog niet. Ik ben óp van de zenuwen.
Maar het gaat gebeuren: Mijn boek komt uit.
En Joska is erbij.