Brief aan Leo en Jolanda
Maandag 3 juli 2023.
Daar zit ik weer eens in de trein. De trein naar Harlingen
Haven.
Terschelling! Daar kom ik weer! Sanna, daar kom ik weer.
Ein-de-lijk.
De tijd vliegt. Persoonlijk heb ik daar altijd afkeer van gehad. Probeerde
mijn leven zo in te richten, dat er tijd was voor veel rust. Rust voor mezelf,
ruimte voor sociale contacten, het zoveel mogelijk volgen van mijn eigen tempo.
Ik deed dat al voordat Joska overleed, maar na haar dood is dat nog
belangrijker voor me. Ik denk dat veel mensen teveel en te vaak rennen en dat
het ‘te druk’ iemand eerder overkomt dan dat het een keuze is. Hollen en
blijven hollen, omdat je niet anders kan. De tijd vliegt voorbij. Natuurlijk
zitten we vast aan (financiële) verplichtingen en kan je niet helemaal en
altijd doen wat je wilt, maar ik ben wel van mening dat de meeste mensen
daarbinnen niet altijd nadenken over de keuzes die er heus wel zijn. Vooral het
financiële plaatje wordt vaak naar voren geschoven en ook ik heb periodes in
mijn leven gehad waar ik wel degelijk extra hard moest werken om mijn financiën
onder controle te krijgen, maar ik denk ook dat men vaak gewend raakt aan een
levensstandaard en daar niet graag (deels) afstand van wil nemen. Ik heb hier verder
overigens geen mening over, maar attendeer mensen in gesprekken wel op het feit
dat wanneer het ‘te druk’ niet meer prettig voelt, dat er in mijn optiek altijd
keuzes zijn.
Ik heb het de laatste maanden te druk. Te druk om me
helemaal prettig te voelen. Te druk om de mensen te bezoeken waar ik dit jaar
heen wilde, te druk om me dagen te nestelen in mijn mama-san met de poesjes, te
druk om te duiken in de foto-albums van Joska, te druk voor mijn doorloper-puzzels.
Mijn hoofd enkel en alleen bij de woordjes die in elkaar overlopen. Mijn
hersenen alleen maar laten werken aan de oplossing van de lege vakjes. Voor even tussendoor is er heus wel ruimte, maar ik duik over het algemeen het
liefst lekker diep in de momenten en wil niet gestoord worden door dingen die
moeten.
En toch is het een keuze. Ik koos voor het restaurant. Een uitdaging in de
horeca. Horeca-dagen zijn absurd, dat weet iedereen. Minimale dagen van 12 uur
zijn gewoon. Ik weet dat er heel veel meer mensen zijn die 60, 70, of meer uur
per week werken en het peanuts vinden wat ik doe, maar voor iemand die altijd
zoveel mogelijk alleen maar werkte om in ieder geval gewoon rond te kunnen
komen is dat bizar. En toch doe ik het en houd ik het vol. Er is zóveel wat
vreugde geeft, mensen voelen zich zo welkom op onze plek en ik leer zoveel
nieuwe mensen kennen. Nieuwe mensen met nieuwe verhalen. Sommige verhalen droevig,
sommige hoopvol, sommige diep en intens, sommige simpel en vrolijk. Indrukken
zijn veel en intens, maar waardevol op zoveel fronten, dat ik deze periode in
mijn leven aangrijp om naast het vele werken de balans te blijven vinden voor
een deel van wat ik ook graag doe. Wat ik ook belangrijk vind.
Zoals schrijven.
Op maandag naar Terschelling. Het vinden van een datum dat
het uitkomt stagneerde, dus ik besloot gewoon te boeken. En daar ga ik dan. En zit
ik als vanouds met mijn laptopje te schrijven over al wat me bezig houdt en
hield.
Twee weken geleden ging ik naar onze boekhoudster om de administratie af te
geven. Zij woont in Pernis. Pernis ademt Joska. Vanaf het moment dat ik Pernis
binnen rijd wordt mijn buik warm en ook nu ik dit schrijf voel ik dat weer. Het
is een mengeling van vreugde en verdriet, van liefde en gemis, bedrukt en
opgetogen tegelijkertijd.
Ik rijd over de dijk langs de Maas en zie verderop de plekken waar ik met Joska
en haar paardje Bailey liep. Een enkele keer ben ik mee gelopen. Joska zelf was
hier heel vaak. Bailey stond bij Leo en Jolanda. Zij hebben een kleine manege
waar zij een plekje bouwden voor hem. Leo, Jo en de andere mensen met paarden
die op die manege stonden zijn immens belangrijk voor Joska geweest. Op
Facebook zag ik dat er pas een veulen geboren is en ik besloot op de bonnefooi
langs te rijden om het veulen te bekijken, even op de manege te zijn en te zien
of ik Leo of Jo aan zou treffen. Ik ben er immers altijd welkom, ook al hebben
we weinig echt contact. Via Facebook en Messenger volgen we elkaar en zitten we
in elkaars hart, maar concreet komt het er niet van om elkaar op te zoeken. Te
druk hè… Lichtjesavond Pernis waar Joska haar plekje heeft op de fotowand gaat
aan me voorbij omdat ik in het restaurant moet staan, de boekhouding heb ik al
een aantal keren in Pernis af gegeven en inmiddels is het alweer bijna juli en
besluit ik om dit keer wél om te rijden.
Het bericht van Leo op Facebook op de sterftedag van Joska vorig jaar staat me
nog scherp bij en ik wil vandaag gewoon even naar ze toe.
Ik was en ben zo overrompelend ontroerd door zijn woorden.
De liefde van anderen die Joska van dichtbij kenden doet me zo goed. Ik wéét
wel dat heel veel meer mensen van Joska hielden en haar dus ook missen, maar
wat zijn die innerlijke verdriet-momenten soms toch eenzaam. Voor mij, maar
natuurlijk voor zoveel meer mensen. Rondom haar verjaardag voelde ik sterk de
behoefte om met al die mensen samen te zijn, om die verbinding om me heen te
hebben. De nieuwe mensen in mijn leven kennen Joska niet en dat vind ik raar.
Wanneer mijn jongens de Keuken binnenlopen straal ik vol trots en horen ze te
pas en te onpas dat ‘dit mijn zoon is’. Heel vervelend voor ze. Joska komt
nooit binnenlopen.
Wat ben ik dan blij dat ik hier en daar, af en toe zo’n bericht lees of krijg
van derden, die delen dat ze aan Joska denken. Het is zwaar om ermee om te gaan
dat ze echt weg is en blijft. Sinds ik op de Facebook-groep ‘Verder als
nabestaande na zelfdoding’ actief lezend lid ben besef ik ook meer en meer dat
dit voor altijd zo zal blijven. Er is wel degelijk een voor en een na en hoe
graag je ook ‘de oude’ wilt worden zal dit je nieuwe ‘de oude’ zijn.
Ons boek krijgt meer aandacht, het restaurant loopt goed, ik ben echt blij,
maar voel sterk de behoefte om terug te kruipen in de tijd. Terug naar
Terschelling. Terug naar de stilte om me heen. Terug naar de warmte die Leo en
Jolanda gaven aan mijn meisje.
Dus ik zoek ze nu even op.
Lieve Lee, lieve Jo,
Ooit liep Joska een aantal keren per week langs jullie
manege op weg naar Harley, haar verzorgpony van jullie buurman Marco. Ik zou
m’n hersenen moeten breken om te achterhalen hoe oud ze toen was. Volgens mij
was ze 11 of 12. Na een jaartje verzorgen vond Joska dat het tijd werd voor een
eigen pony en haar zoektocht eindigde bij Bailey, een draver uit Duitsland. ‘Een
draver is moeilijk te trainen’ zeiden jullie al. ‘Een draver is gewend om een
wagentje te trekken, niet om iemand op zijn rug te hebben’ en jawel: een draver
bleek moeilijk te trainen. Bailey stond op een terrein met andere paarden in
Schiedam en jij, Jo, kwam daarheen om Joska en Bailey te trainen. Ze vond jou
in het begin wat eng, omdat ze de directheid waarmee jij spreekt niet goed kon
peilen. In combinatie met haar onzekerheid heeft ze er even over gedaan om te
zien wat voor gouden hart jij hebt. Toen Joska ontevreden raakte over de plek
waar Bailey stond zette ze een oproep op Facebook, die Leo oppikte. Jullie
overlegden met elkaar en er werd een stal gebouwd voor Bailey. Hij en vooral
ook zij waren welkom op manege RJ Paints in Pernis.
Tot op de dag van vandaag ben ik jullie dankbaar voor al wat jullie Joska
boden. In de eerste plaats een plek waar ze zich welkom voelde. Welkom, samen
met haar paardje. Welkom, samen met haar zijn. Jullie gaven haar luisterende
oren, een opbeurend woord. Een traan mocht, maar een lach zeker. Ik hoor haar
schaterlach nog vaak als ze bij jullie was of over jullie sprak. Ze vroeg jou
vaak om een knuffel, Lee. Daar vertelde ze thuis ook over. En onzekerheid had
plaats gemaakt voor een schaterlach als ze jouw manier van praten nadeed, Jo.
Prachtig vond ze dat.
Er waren veel mensen op de manege, die ik niet of niet goed kende. Namen kwamen
voorbij, maar het waren er voor mij best veel en het was me niet altijd
duidelijk welke rol deze personen in Joska haar leven vervulden. Soms kwam ze
thuis en was ze kwaad omdat ze niet gehoord werd, soms kwam ze thuis en was ze
blij dat ze wel gehoord werd. Net een puber. Bovenaan staat dat ze zich welkom
voelde. Met al haar tegenstrijdigheden. En daarom ben ik zo dankbaar dat jullie
haar een plek gaven. Door jouw bericht op Facebook vorig jaar, Leo, besefte ik
maar weer eens al te goed dat de liefde wederzijds is. We zijn en blijven door
Joska verbonden.
Afgelopen maandag was ik in Pernis om de administratie weg te brengen. Ik reed
op de bonnefooi naar jullie manege om te kijken naar het veulentje. Ik voelde
meteen Joska haar liefde voor dit baby-paardje door me heen stromen. Wat had ze
dit mooi gevonden.
Jullie waren er niet, maar ik trof Talitha. Ook zij is veel met Joska om gegaan
en heeft erg veel met haar gepraat. Door persoonlijke ervaringen kon ze Joska
ook echt invoelen. Er zijn namelijk echt wel meer mensen op deze wereld, die zo
ver heen zijn dat ze eigenlijk het leven niet meer willen leven. De afgelopen
maanden heb ik veel met mensen over depressieve periodes gesproken en de
meesten vinden dat het meer bespreekbaar moet zijn. Dat er te licht over wordt
gedacht. Ik vraag me nog steeds vaak af waarom ik toch zoveel deel, maar merk
via verschillende kanalen dat juist het delen bevrijdend werkt voor anderen.
Dat anderen daardoor makkelijker met hun verhaal durven te komen en een
opluchting van (h)erkenning door zich heen voelen gaan. Het neemt mijn
persoonlijke vraagstuk niet weg, maar af en toe accepteer ik dan maar dat het
goed genoeg is en dat dat is wat ik dien te doen. Delen.
Ik deelde deze maandag veel met Talitha, die ik zelf eigenlijk amper ken.
Talitha voelde zich schuldig, omdat ze één van de laatste gesprekken met Joska
kort hield. Het is zo normaal dat je niet altijd open genoeg kan staan voor de
moeilijkheden van een ander, hoe nabij diegene ook bij je is. Ook al herken je
veel en hoop je dat jouw woorden, jouw ervaringen iemand helpen. Ik zei Talitha
dat ik er van overtuigd ben dat Joska niet te helpen was. Misschien is dat een
houvast voor mij hoor, dat besef ik maar al te goed. Want wat als Joska er wél
uit had kunnen komen? Er zijn er immers zoveel die er wel uit komen. Maar er
zijn er ook die langere tijd strijden en die het toch niet lukt en daaronder schaar
ik Joska toch telkens weer. Ze had het zo doordacht voorbereid, zo waardevol
achtergelaten, het was zo’n bewuste keuze.
Er zijn meer mensen rondom Joska die zich schuldig voelen omdat ze net niet het
juiste hadden gezegd of haar te kort hadden gehouden en tegen al die mensen zeg
ik telkens dat zij Joska echt niet hadden kunnen tegenhouden. Dat schuldgevoel
niet nodig is.
Jullie waren weer aardig bezig geweest met verbouwen zag ik en terwijl mama
paard veulentje likte en veulentje daarna wilde sprongetjes maakte in de grote
zandbak liet Talitha mij de nieuwe kantine zien. Mijn adem stokte in mijn keel
bij het zien van het nieuwe hoekje waar Joska een plekje had gekregen. Na bijna
5 jaar hangt ze nog steeds pontificaal in jullie kantine met haar foto’s en de
houten paard-namen-bordjes die zij voor een aantal van jullie gemaakt had als
aandenken. Talitha vertelde over een schilderijtje dat ze van Joska had
gekregen en thuis nog had liggen op een bepaalde plek. Het lag heus niet op een
speciale plek, maar het weten dat het er was was voldoende. Daar lag Joska. En
het schilderijtje moest blijven.
Ik ken Talitha niet echt, had haar naam alleen vaak gehoord, maar hier staat
een vrouw in levende lijve voor me in de kantine, met Joska haar foto’s op de
achtergrond en de tranen biggelen over onze wangen. De verbinding en de
behoefte aan verbinding is sterk aanwezig en we spreken af om binnenkort bij
elkaar te zitten in deze kantine met al die dat willen. Er zijn er nog veel die
wat te vertellen hebben. Er zijn er nog veel die wat te vragen hebben. Ik heb
misschien antwoorden en wil graag meer horen van hoe het toen ging en wat ieders
ervaring is. Gewoon delen. Gewoon praten over mijn meisje. Met mensen die haar
erg goed gekend hebben. Er zijn voor de ander. Er zijn voor dat gedeelte in mezelf.
Ik reed daarna naar jullie huis voor een koffietje. Jo, jij
vertelde over het magische moment met ons boek. Nacht na nacht na nacht lag jij
voor het slapen gaan met je vinger omhoog. Omdat Joska in haar afscheidsbrief
had gezegd dat we haar altijd mochten roepen en dat ze er dan zou zijn, vroeg
je haar met een glimlach op je gezicht om aan je vinger te trekken.
Niets. Tsss…
Toen kreeg je per post ons boek binnen, waar je wat doorheen bladerde. Daar
waar de bladzijden stil vielen begon jij een beetje te lezen en ineens besefte
je: ’Nee joh, dit gaat over mij!’ en Joska kreeg nuchtere jij aan het huilen. Daar was ze en trok aan je vinger.
Lieve Jo, lieve Lee,
Tot snel. Naast ‘te druk’ is er altijd een mogelijkheid voor
keuzes.
Ik kijk ernaar uit. Jullie zijn intens belangrijk. Voor Joska, voor Bailey,
voor mij.
Kus, Anuschka.
Mijn laptop valt uit en in de snelle boot kan ik niet bij
een stroompunt komen. Het wordt tijd voor een doorloper. Of mijmeringen.
Allemaal keuzes. Ik kijk naar buiten en laat mijn gedachten over de golven
varen. In de verte doemt de Brandaris op en ik denk aan de dagen die komen
gaan. Ik ben gewoon even weg. Weg van het leven aan de wal. Terug in de jaren
op Terschelling, waar er zoveel gebeurd is met me. Waar Joska een andere rol in
mijn leven kreeg. Ik krijg per app een wens ‘ik hoop dat Terschelling je de
rust geeft die je nodig hebt’ en van weer iemand van de manege een foto van
Joska die ineens tevoorschijn kwam. Ik kijk lang naar de foto en voel dat de
tijd op Terschelling te kort zal zijn. Het gemis is hard aanwezig en ik voel me
alleen. Vaak kan ik dan binnen mezelf de verbinding opzoeken om de leegte te
vullen, maar dit keer lukt me dat niet. Met tegenzin laat ik de leegte dan maar zijn en verzet me niet tegen het
rotgevoel dat me overmant.